donderdag 28 april 2011

Opdracht 5

In dit opdracht heb ik 5 figuren gemaakt. 3 vierhoeken, 1 driehoek en een cirkel. Mijn 1e figuur was een vierkant. Ik heb 2 punten gezet, punt A en punt B. Vervolgens heb ik op het icoontje 'Regelmatige veelhoek' gedrukt. Ik heb daarna op punt A en punt B gedrukt en vervolgens op 4 punten. Hieruit kwam vierkant ABCD met de zijden a, b, c en d. Om de omtrek te berekenen maakte ik de formule: omtrekABCD = a + b + c + d. Voor de oppervlakte gebruikte ik de formule: oppervlakteABCD = a * b.

Mijn 2e figuur was een gelijkzijdige driehoek. Ik heb voor deze driehoek eerst de punten E en F gemaakt. Vervolgens drukte ik op het icoontje 'Regelmatige veelhoek'. Daarna drukte ik op 3 punten. Hieruit kwam driehoek EFG met zijden e, e_1 en f. Voor de omtrek maakte ik de formule: omtrekEFG = e + e_1 + f. Voor de oppervlakte gebruikte ik de formule: oppervlakteEFG =  1 / 2 * e * (f^2 - (1/2*e)^2)^(1 / 2).

Mijn 3e figuur was een cirkel. Ik heb voor deze figuur eerst de punten H en I gemaakt. Vervolgens drukte ik op het icoontje 'Cirkel met middelpunt door punt. Daarna drukte ik op H en I. Er ontstond een cirkel g. De punten H en I heb ik verbonden met de lijn h, dit stelt de straal voor. Voor de omtrek van de cirkel gebruikte ik de formule:  2π * h. Voor de oppervlakte gebruikte ik de formule:  π * h ^ 2.

Mijn 4e figuur was een rechthoek. Om ervoor te zorgen dat de rechthoek een rechthoek bleef, maakte ik een paar hulplijnen. Ik zette vervolgens de punten J, K, L en M op die hulplijnen. Daarna verbond ik de punten met de lijnen p, q, r en b_1. Voor de omtrek gebruikte ik de formule: omtrekJKLM = p + q + r + b_1. Voor de oppervlakte gebruikte ik de formule: oppervlakte JKLM = p * q.

Mijn laatste figuur was een vlieger. Ook voor deze figuur moest ik hulplijnen maken, anders zou het geen vlieger meer zijn als je de punten bewoog. Uiteindelijk bestond mijn vlieger uit de punten N, O, P en Q en de zijden s, t, a_1 en c_1. Om de oppervlakte te berekenen moest ik ook eerst de diameters maken, deze noemde ik d_1 en l.. Voor de omtrek gebruikte ik de formule: omtrekNOPQ = s + t + a_1 + c_1. Voor de oppervlakte gebruikte ik de formule d_1 * l / 2.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten